Paarden en Pony's

Houden jullie ook zo van paarden en pony's? Hier vind je heel wat informatie en leuke weetjes over die prachtige dieren! Over verzorging en paardrijden, maar ook over rassen en kleuren. Het kan niet alleen handig zijn als je zelf een paard hebt of paardrijdt, maar ook om een spreekbeurt te geven! Veel plezier!


Verzorging

Bij het verzorgen van een paard of pony komt heel wat werk kijken. Maar deze tips zijn toch écht wel heel belangrijk:                                                                                                                                                                                              

1) Poetsbeurt

Een paard dat op stal staat, geef je het best elke dat een poetsbeurt. Bovendien bevordert het verzorgen van je paard de goede band tussen jij en je lieveling. Elk paard heeft zijn eigen poetskoffer, zo voorkom je besmettingen van het ene paard naar het andere. Je werkt het best in de volgende stappen: 

Stap 1 : Om het grof vuil, losse haren en het stof los te maken, gebruik je de roskam. Je hebt daarvoor deze borstel nodig. Daarmee maak je ronddraaiende bewegingen als je hem roskamt, zo krijgt hij nog een lekkere massage er bovenop. Op deze manier stimuleer je ook zijn bloedsomloop. Pas op voor de gevoelige plaatsen zoals zijn ogen en gewrichten.

Stap 2 : Oké, je paard ziet er nu veel vuiler uit dan voordien, maar dat is normaal met al dat stof. Je haalt nu de harde borstel uit je poetskoffer om al die vuiligheid te verwijderen.

Stap 3 : De volgende borstel in de rij is de zachte. Nu borstel je met de haren mee. Hierdoor zal zijn vacht glanzen. De zachte borstel of glansborstel mag je wel gebruiken voor het hoofd, de huid onder de manen, rond de ellebogen en tussen de voorbenen.

Stap 4 : Maak een spons vochtig en maak de ooghoeken van je paard schoon. Gebruik een andere natte spons om het stof uit de neusgaten te halen en een derde spons om zijn billen schoon te maken! Tip: koop verschillende kleuren sponzen, zo weet je welke kleur voor de ogen, de neusgaten en voor de billen dient.

Stap 5 : De manenkam dient voor de manen en de staart. Dit moet je heel voorzichtig doen, want anders trek je te veel haren uit. Je kunt wel een ontklitter gebruiken als er veel plukken in de staart en de manen zitten. Glanzende staarttip: spoel de staart met wasverzachter (je moeder heeft dat vast wel thuis staan). De staart is gemakkelijk te kammen en daarna superzacht.

Stap 6 : Als laatste zijn de hoeven aan de beurt! Daarvoor gebruik je een hoefkrabber. Die heb je nodig om het vuil tussen de hoeven weg te halen. Neem de harde borstel om rond de hoeven schoon te borstelen.

Zomertip: Spuit na het rijden je paard af met koel water. Vooral voor de benen is het aangenaam, want het masseert de pezen.

Oormassage! Is je paard onrustig, masseer dan de oren. Streel eerst de hals van je paard om dan voorzichtig naar de oren te gaan. Je neemt dan zachtjes het oor vast en kneed het heel zachtjes.

Als paarden gekamd zijn, durven ze plots op de grond gaan liggen om te rollen. Soms lijkt het alsof paarden je daarmee willen plagen: net geborsteld en dan hopla, lekker rollen in het zand. Kun je opnieuw beginnen! Toch doen ze dat niet om je te plagen. Van al dat borstelen krijgen paarden namelijk jeuk. En vingers om zich mee te krabben, hebben ze niet... Door in het zand te rollen, kunnen ze zich krabben op plaatsen waar ze zelf niet bij kunnen.

2) Voeding

Een gezond paar eet gezond. Paarden hebben elke dag heel wat eten nodig. Geen puree met worst of boterhammen met choco natuurlijk. Paarden zijn planteneters, ze eten dus alleen plantaardige dingen zoals haver, hooi, bieten,... En liefst niet alles in één keer, ze hebben namelijk een kleine maag. Geef dus nooit te veel in één keer, maar regelmatig kleine porties. Hoeveel eten je paard krijgt, hangt een beetje af van wat hij allemaal doet. Als je paard een springpaard is, dan heeft hij meer krachtvoer nodig dan wanneer hij enkel voor plezierritjes gebruikt wordt. Het beste is ook dat je ervoor zorgt dat je paard altijd eerst drinkt voor hij eet. Het is goed voor zijn spijsvertering. Een paard drinkt tot 50 liter per dag! Daarna geef je hem een portie hooi (gedroogd gras), zo kan hij langzaam kauwen en wordt hij rustig. In hooi zit alles wat een paard nodig heeft behalve natrium, maar daarvoor heeft hij de liksteen. Zorg altijd dat er vers hooi aanwezig is in de stal, maar zeker niet te veel. Je kunt beter regelmatig bijvullen dan je paard overladen met hooi. Alleen s' avonds zorg je best voor voldoende hooi, zodat hij toch de nacht doorkomt. Laat je paard nooit meer dan acht uur zonder eten! Een uurtje later is het tijd voor krachtvoer zoals granen, brokken, muesli's en haver. Eigenlijk is haver het belangrijkste krachtvoer. Hierin zit alles wat een paard nodig heeft woor zijn kracht, spieren en uithoudingsvermogen. Als paarden veel trainen, is het belangrijk dat ze hier voldoende van krijgen. Maar geef je paard nooit vlak voor en na een grote inspanning eren. Je mag hem gerust belonen met een snoepje. De meeste paarden zijn bovendien gek op snoepen. Snoep gezond, eet een appel, zegt men wel eens. Bij paarden is het net zo. Paarden mag je nooit suiker geven. Daarvan kunnen ze heel erg ziek worden. Die ziekte heet 'hoefbevangenheid'. Het betekent dat de bloedvaatjes in hun hoeven gaan uitzetten. De pijn die ze daarbij voelen kun je vergelijken met de pijn die jij voelt als er iets scherp onder je nagel zit. Paarden die aan die ziekte lijden kunnen dus bijna niet meer lopen. Geef je paard daarom een gezond snoepje: appels en wortels! Wanneer een paard in de weide staat, dan geef je hem best minder hooi in de stal. Paarden die veel in de weide staan, hebben een natuurlijker eetpatroon. Ze plukken met hun lippen de lekkerste plekjes gras leeg.

3) Omgang 

 Veel mensen willen paarden aaien. Streel echter niet over hun benen, dat vinden ze niet zo leuk. Paarden worden graag over hun hals gestreeld. Als je in de buurt van een paard komt, moet je hem ook altijd rustig benaderen. Spreek er zachtjes tegen of geef hem een schouderklopje. Een bang paard kan gemeen uit de hoek komen en stampen. Benader een paard ook nooit van achteren. Paarden kunnen niet achter zich kijken en ze worden nerveus als ze een geluid horen. Loop altijd met een grote boog om een paard heet, anders krijg je gegarandeerd een trap en heb je een gratis hoefijzer- tattoo op je been!  Het beste is ook om altijd links van je paard te staan. Je leidt een paard altijd aan de linkerkant en ook om op te stijgen sta je links van je paard.

4) Stal schoonmaken

Maak de stal van je lieveling regelmatig en goed schoon! Zorg dat op de grond een flinke laag ligt. Als je paard net gepoetst is, ruim je het vuile stro op en je gooit er weer een verse lading bij, zodat je paard ook lekker kan gaan liggen. Verlucht ook even de stal, zet de grote ramen open. Laat verse lucht door de stal waaien. Ook je paard heeft een hekel aan een muf geurtje.




Ken je paard

Soorten

Misschien zie jij niet meteen het verschil tussen twee bruine of zwarte paarden, maar een echte kenner weet naar wat hij moet kijken, want elk paard is uniek!

Paarden zijn edele dieren. Daarom spreek je bij een paard altijd over hoofd, mond en benen, en nooit over kop, bek of poten.

Paarden worden onderverdeeld in drie groepen: warmbloedpaarden, koudbloedpaarden en volbloedpaarden. 'Warmbloed' en 'koudbloed' hebben natuurlijk niets te maken met de lichaamstemperatuur van het paard, maar wel met hun temperament. Warmbloedpaarden zijn drukker en vuriger dan koudbloedpaarden en het zijn goede wedstrijdpaarden, maar ze zijn wel humeuriger. Ze hebben een een beetje Arabisch bloed door hun lijf stromen. Koudbloedpaarden zijn meestal sterke trekpaarden die vooral geschikt zijn voor het trekken, zij bevatten geen Arabisch bloed. En dan zijn er nog de volbloedpaarden, de snelste paarden ter wereld. Door hun aderen stroomt 100% arabisch bloed zoals bij de Arabier, maar dat is dan weer een ras.

Alle paarden onder een schofthoogte van 1, 48 meter noemt men pony's, maar dat klopt niet helemaal. Een pony herkent men vooral aan zijn lichaamsbouw. Hij heeft kortere benen dan een paard en is veel steviger. Daardoor is een pony veel sterker dan een groot paard. Het verschil tussen een paard en een pony heeft ook te maken met het aantal ribben en ruggenwervels. Pony's zouden er meer hebben dan paarden.

De grootte van paarden wordt altijd gemeten aan de hand van de schoft- of schouderhoogte. Dat is de afstand tussen de grond en de schouder van het paard. Omdat paarden hun hooft in allerlei posities kunnen houden, is dat natuurlijk gemakkelijker om te meten. 

Pony's en andere familieleden

- De bekendste pony is de Shetlandpony: Het is het oudste en kleinste ras en komt oorspronkelijk van de Shetlandeilanden, ten noorden van Schotland. Op die eilanden is het verschrikkelijk koud en regent het veel, nog meer dan bij ons! Daarom hebben de shetlandpony's een dikke vacht, een weelderige staart en redelijk veel manen.

- De Falabella: heeft een schofthoogte van max. 87cm en is dus veel kleiner dan een pony... En toch is het een PAARD! Ze zijn heel bijzonder, zeldzaam en superschattig.

- Shire: Dit is het grootste paard ter wereld met een schofthoogte van ongeveer 1,80m! Maar er is helemaal geen reden om niet met hem te rijden. Shires zijn rustig en vriendelijk. Je herkent ze niet alleen omdat ze zo groot zijn, maar ook aan hun witte bles en vier witte sokken.

Wie is er nog meer familie van pony's en paarden? Het familiealbum is niet compleet zonder de ezel, de zebra, de halfezel, de muilezel en het muildier.

- De zebra: leeft nog steeds in Afrika in het wild. De mens is er nooit in geslaagd om ze te temmen zoals bij de paarden. Eigenlijk is een zebra een zwart dier met witte strepen. Waarvoor die strepen dienen, is nog steeds niet duidelijk. De een zegt dat het is om de leeuwen, hun grootste vijand, te verwarren, want de leeuw is kleurenblind waardoor het dansende strepen voor zijn ogen worden. Andere beweren dan weer dat het een sociaal kenmerk is om elkaar te herkennen.

- De ezel: Gemiddelde schofthoofte: 110 cm. Extreem grote oren en de manen zijn kort en staan rechtop. Dit dier is helemaal niet zo dom als iedereen beweer Als de ezel vindt dat iets te gevaarlijk is, dan zal hij heel eigenzinnig reageren en moet je inderdaad trekken en sleuren om hem een meter vooruit te krijgen. Zorg dat je het vertrouwen wint van een ezel en je zult mereken dat ze leuk gezelschap zijn! Het zijn ook heel goede trekdieren en hebben een super uithoudingsvermogen.

- De halfezel: De juiste naam is Onager of wilde ezel. Helaas is hij met uitsterven bedreigd. Hij heeft dezelfde bouw als een ezel, maar zijn vacht is meestaal licht- of donkerbruin. Het meest bijzondere aan de Onager is dat hij bovenaan een streep heeft die helemaal van zijn hooft tot aan zijn staart doorloopt.

- Muilezels en muildieren: Paarden en ezels gaan normaal niet met elkaar om, maar heel af en toe worden er wel kinderen geboren uit een paard-ezel relatie. Als een mannetjespaard en een vrouwelijke ezel samen een baby krijgen, noemen we dat een muilezel. De kinderen van een vrouwelijk paard en een mannelijke ezel zijn muildieren.  



Kleuren

Zeg nooit dat het ene paard op het andere lijkt. De vacht van paarden kan net als mensenhaar de meest uiteenlopende kleuren hebben. Je hebt drie basiskleuren bij de paarden: vos (roodachtig kleur), bruin en zwart. (Nee, van blauwe of groene paarden heeft nog nooit iemand gehoord). Een paard kan een eenkleurige vacht of een gemengde vacht hebben. Paarden worden afhankelijk van de vachtkleur anders genoemd. Hieronder vind je enkele van de bekendste:

Schimmel: Worden geboren met een donkere vacht, maar geleidelijk aan krijgen ze een witte vacht.

Palomino: Een paard met een goudgele vacht en zilverwitte staart en manen.

Isabel: Is niet alleen een meisjesnaam, maar ook de naam voor een paard met goudgele manen en een goudgele vacht.

Moor: Een paard dat helemaal zwart is.

Smokey: Een muisgrijs paard.

Valk: Een paard met een goudgele vacht en zwarte staart en manen.

Vos: Een roodbruin paard.

Cremello: Bijzonder paard met blauwe ogen en een rozige huid die soms door de lichte vacht schijnt.

Bont: Paarden met veel witte vlekken.


Rassen

Om alle paardenrassen van over heel de wereld hier te zetten, zouden we wel een tijdje zoet zijn. Hieronder vind je de bekendste rassen, maar als je ze echt allemaal wilt, kun je helemaal naar onder scrollen en bij weblinks staat een link naar de website, die trouwens heel interessant is! Je vindt er niet alleen heel veel rassen, je krijgt er ook nog eens heel veel informatie bij! We zetten de bekendste rassen even volgens alfabet:

  • 1 Andalusiër: De Andalusiër komt oorspronkelijk uit Spanje. Het ras bestaat al eeuwen en is van adel. Vroeger werden de paarden van dit ras veel gebruikt door koninklijke en keizerlijke families. Ook werden ze veel gebruikt bij het stierenvechten. Hierdoor zijn ze erg wendbaar en snel.
    Een misvatting over de oorsprong van het Andalusische paard is dat het voort zou komen uit een Arabisch ras. In de Andalusiër komt geen of weinig Arabisch bloed voor. Andalusiërs zijn dappere paarden. In Spanje gebruiken de boeren ze voor het hoeden van vee. Deze paarden zijn namelijk niet bang als een stier op ze afkomt. Ook worden ze veel gebruikt in de hoge dressuur. Andalusiërs zijn lenig en sterk en daardoor kunnen ze de piaffe, passage en nog veel meer. Hiernaast kunnen ze hele bijzondere sprongen maken, zoals de courbette en de capriool: hierbij hebben de paarden vier benen van de grond. Door hun mooie uiterlijk en goede karakter zijn Andalusiërs ook vaak te zien in shows en circussen. De Andalusiër is eerlijk, trots, intelligent en heeft een vurig temperament. Het paard werkt graag en leert gemakkelijk. De karakteristieke kleur voor een Andalusiër is schimmel.
  • 2 Appaloosa: De Appaloosa komt oorspronkelijk uit de streek rond de Palouse Rivier, in het noorden van de Verenigde Staten. Het unieke aan deze paarden zijn hun vlekjes. In ons land bestaat er sinds 1967 een stamboek waarin zowel paarden als pony's die de juiste kleuren hebben worden opgenomen. Alleen vlekjes zijn natuurlijk niet genoeg, ze moeten wel goed gebouwd zijn en kunnen worden gebruikt in de sport en recreatie. Op grotschilderingen van meer dan 20.000 jaar geleden staan al gevlekte paarden. De oude Chinese keizers noemden ze ook wel 'Hemelse paarden'. In de Verenigde Staten hadden de paarden alles te maken met de Indianen, vooral met de Nez Percé stam. Dat was de enige stam die doelgericht en selectief fokte. Alleen de beste hengsten werden gebruikt om te fokken. De paarden groeiden uit tot sterke, snelle dieren die stevig op hun benen stonden op ongelijke grond. Maar na een tijd werden de Nez Percé indianen naar Canada verjaagd. De Appaloosa paarden werden toen in beslag genomen en verkocht. De Appaloosa is een populair westernpaard en wordt gebruikt voor alle vormen van western rijden. Zijn vriendelijke karakter maakt de Appaloosa bijzonder geschikt als betrouwbaar rijpaard. Appaloosa's hebben een enorm uithoudingsvermogen en zijn bovendien rustig en gehard. Ze zijn gewillig en goedaardig. Het opvallendste aan de Appaloosa is de kleur, die is onder te verdelen in
  • - Leopard: witte huid met donkere vlekken over het gehele lichaam
    - Few Spot: geheel wit met slechte enkele donkere vlekken
    - Snowflake: donkere huid met lichte vlekken over het gehele lichaam
    - Blanket: donker met een witte 'deken' over de achterhand en hierop wel of geen vlekken
    - Roan: stekelharig, de meeste haren zijn donker met hier en daar een enkele witte, met of zonder 'deken' over de achterhand.
  • 3 Arabier of Arabisch volbloed: De Arabische volbloed is bekend over de hele wereld. Het is een paardenras dat afstamt van Arabische paarden uit Noord-Afrika en het Nabije Oosten, voornamelijk uit Egypte. Het ras is zeker meer dan vijfduizend jaar oud. Tegenwoordig worden Arabische volbloeden over de hele wereld gefokt. Zoals in Rusland maar ook in Amerika. Met een Arabier kun je van alles. Ze worden gebruikt voor de dressuur, springen, crossen, maar ook veel voor endurance: de marathon voor paarden. Arabische volbloeden hebben namelijk een fantastisch uithoudingsvermogen en zijn heel hard. Natuurlijk worden ze ook veel gebruikt in het circus. Ze zijn intelligent, leren snel en kunnen goed steigeren. De Arabische volbloed is een paard met een echt karakter. Ze hechten zich erg aan hun baas maar je moet er goed mee omgaan. Ongeduldige, gestreste ruiters vormen niet een goede combinatie met dit paard! Dat komt omdat Arabische volbloeden gevoelig zijn en veel temperament hebben. Arabische volbloeden zijn bijzonder intelligente dieren met een groot uithoudingsvermogen. Ze zijn alom bekend om hun vurige karakter. Het hoofd is heel opvallend: het is vrij klein, met een breed voorhoofd, een smalle, fijngevormde neus en een hol profiel.

  • 4 Trekpaard: Je ziet ze vaak voor een Jan Plezier staan, zo'n grote wagen waar veel mensen in passen. Vroeger werden Trekpaarden gebruikt voor landbouwwerk. Om te trekken, om precies te zijn, vandaar de naam. Ze ploegden in de zware klei, trokken zware vrachten voort of sleepten enorme boomstammen uit het bos. In 1914 werd er in Nederland een stamboek opgericht, in België bestond dat toen al. Daarom wordt het paard ook wel het Belgische trekpaard genoemd. Tegenwoordig hebben niet zoveel mensen meer een trekpaard. Dat komt omdat er niet veel zwaar werk meer voor ze te doen is. Ze worden voor het plezier voor de kar gezet. Toch zijn er ook mensen die er op rijden. In Zeeland worden in het vroege voorjaar altijd strandritten voor trekpaarden georganiseerd. Vroeger was dat het begin van het nieuwe werkseizoen, nadat de paarden een hele winter op stal hadden gestaan. Een trekpaard koopt je niet zo snel omdat ze zo groot zijn, maar ze zijn wel geweldig om te zien en erg lief! Het Trekpaard is goedgehumeurd, levendig, taai en moedig. Hij is een harde werker. De overheersende kleur bruinschimmel, maar vos, licht- en donkerbruin komen ook voor.  

  • 5 Belgisch Warmbloedpaard of BWP: Het Belgisch Warmbloedpaard (BWP) is een sportpaard dat geregistreerd wordt door de Vzw Belgisch Warmbloed Paard. Het is een jong, maar toch zeer succesvol paardenras dat ontstond uit kruisingen van diverse andere Europese paardenrassen. Omdat het een open stamboek betreft, waar paarden eerder op grond van hun prestaties dan op grond van hun uiterlijke kenmerken of afkomst worden toegelaten, is het moeilijk algemene raskenmerken te noemen. Het meest opvallende kenmerk is: geschiktheid voor de internationale topsport. Alle kleuren zijn toegestaan. Er is een strenge selectie op gezondheid en vitaliteit. Het karakter dient evenwichtig te zijn zodat de paarden zowel door vrijetijdsruiters als door professionele sporters te gebruiken zijn. Het ras is zeer vergelijkbaar met KWPN (Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland)
  • 6 Brumby: De Brumby is een ras van verwilderde paarden en pony's die voorkomen in verschillende delen van Australië. Het ras ontstond uit weggelopen en losgelaten dieren van kolonisten, die naar Australië waren meegebracht als gebruikspaarden en is daardoor vergelijkbaar met de Amerikaanse mustang.

    Wat betreft de vitaliteit is de Brumby een zeer sterk paard. Wat betreft aanleg is het ras weinig geschikt om als sportpaard gebruikt te worden. De Brumby heeft een stokmaat van 1.40 - 1.50 meter en is daarmee naar de gebruikelijke indeling eigenlijk een grote pony. De meeste Brumby's hebben een onderhals. De stand van de achterbenen is vaak koehakkig en meestal zijn de paarden overbouwd. Dit betekent dat het kruis (hoogste punt van de achterhand) hoger is dan de schofthoogte. Brumby's hebben slanke, sterke benen met zeer harde hoeven. Doordat de Brumby is verwilderd en in zijn jeugd weinig contact heeft met mensen is hij zeer moeilijk te berijden. Ook een ingereden Brumby heeft een heel onafhankelijk en weinig volgzaam karakter.

  • 7 Camargue: De Camargue is een oud paardenras dat voorkomt in de Camargue in Zuid-Frankrijk. Al eeuwen, mogelijk zelfs duizenden jaren, leven deze kleine paarden in halfwilde kuddes in het drasland van de Rhônedelta. Daar hebben ze het uithoudingsvermogen en de wendbaarheid ontwikkeld waar ze vandaag de dag om bekendstaan. Camargue paarden zijn meestal grijs: bij hun geboorte zijn ze zwart, vos of (donker)bruin maar hun vacht wordt steeds lichter als ze ouder worden tot ze uiteindelijk lichtgrijs of wit zijn. Het zijn kleine paarden. De stokmaat ligt tussen 130 en 150 centimeter. Ondanks hun kleine formaat zijn ze sterk genoeg om een volwassen persoon te dragen. Ze hebben een korte nek, diepe borst, compact lichaam, sterke benen en volle manen. Eveneens kenmerkend zijn de kleine oren in verhouding tot het hoofd.De Camargue paarden hebben een kalm karakter en een goede cowsense. Hun goede wendbaarheid en uithoudingsvermogen maken de paarden geschikt voor werk met koeien, dressuur en het rijden over lange afstanden. Camargue paarden worden gebruikt door de veehoeders van de Camargue, de gardian. Deze veedrijvers gebruiken een lange stok met een drietand om hun kudde (manade), bestaande uit zwarte runderen, bijeen te houden en op te drijven. De gardian gebruiken een speciaal soort zadel.
  • 8 Dalespony: De Dalespony is een ras van bergpony's uit het oostelijke gedeelte van het Penninisch Gebergte in het noorden van Engeland. Het ras is nauw verwant aan de Fell Pony en behoort tot de zeldzame huisdierrassen.De paarden werden in het verleden gebruikt als lastdier voor het transport van looderts uit de mijnen. In de omgeving van het Yorkshire Dales National Park leven nog kleine bestanden van deze paardjes in halfwilde kuddes. De Dalespony is een sterke en geharde bergpony met een goede constitutie. De stokmaat ligt in het algemeen tussen 135 en 147 centimeter. De paarden hebben een vrij korte rug, hetgeen typisch is voor een pakpony. De benen zijn krachtig. De hoeven zijn vrij groot. De kleuren zijn vooral zwart en bruin, maar grijs en roan zijn ook toegestaan. Witte aftekeningen zijn met mate toegestaan aan het hoofd en aan de koten van de achterbenen. De manen en de staart zijn vol en de paarden hebben veel behang aan de voeten. Door zijn betrouwbare karakter is de Dalespony een veelzijdige pony. Dalespony's kunnen in meerdere takken van de paardensport ingezet worden, zowel onder het zadel als in de mensport. De Dalespony wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de jacht, voor dressuur en voor springen en lange-afstandsrijden.
  • 9 Dartmoorpony: De Dartmoor komt uit Engeland en wordt daar al honderden jaren gefokt. Het gebied waar hij vandaan komt is wild, met veel natte moerassen en bergpieken. Logisch dus dat dit een enorm gezonde pony is, anders had hij het nooit gered in zo'n omgeving. In zijn geboorteland werd hij echt voor van alles gebruikt, om op te rijden, aan te spannen of om zware dingen te dragen. De Dartmoor is nauw verwant aan de Exmoorpony.

    Dartmoorpony's zijn afkomstig uit de streek Dartmoor in Engeland. Daar leven ze nog steeds in het wild. Aan het eind van de 19e eeuw werd het Dartmoor Pony Stamboek opgericht, waardoor het ras sindsdien vrijwel niet is veranderd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de heide van Dartmoor gebruikt als militair oefenterrein. De pony's hadden het daardoor uiteraard zwaar te verduren. Je kunt met de Dartmoor dressuren, springen of crossen, hij vindt het allemaal even leuk. Ze zijn niet zo groot en breed en daarom zeer geschikt voor jonge ruiters. Toch kunnen zelfs lichte volwassenen er op rijden omdat de Dartmoor zo gespierd is. Je kunt hem goed buiten houden als je zorgt dat hij een schuilstalletje heeft.  De Dartmoor is een bijzonder vriendelijke en gevoelige pony. Gezien de hoogte en het karakter is de Dartmoor een ideale eerste kinderpony. 

  • 10 Engels Volbloed: De Engelse volbloed is in Engeland gefokt doordat men Arabieren die in de 17e en 18e eeuw naar Engeland kwamen, ging kruisen met Engelse renpaarden. In Engeland worden nog steeds veel paardenrennen gehouden. De ruiters noem je jockeys. Ook in ons land hebben we trouwens een aantal renbanen.

    De stamvaders van de Engelse volbloed zijn drie Arabische hengsten. Hun namen waren prachtig: Byerley Turk (een Turks paard), Darley Arabian (een Arabier) en Godolphin Barb (een Berber). Deze hengsten werden gekruist met de snelste merries met als doel de snelste paarden te fokken voor de paardenrennen. De Engelse volbloed is een paardenras dat bekend staat om zijn snelheid. Het ras kan op topsnelheid wel meer dan 60 km per uur lopen. Je komt ze dan ook voornamelijk tegen op de renbaan. Echter zijn ze ook zeer geschikt voor andere takken van de paardensport, zo zie je ze veel terug als jachtpaard of in de eventing, dressuur en endurance.De Engelse volbloed wordt veel gebruikt om andere rassen mee te veredelen. Zo zit er in onze KWPN-paarden (warmbloedrijpaarden) nogal wat Engels volbloed. Het voordeel is dat de paarden er sjieker van worden. Een nadeel is dat niet iedereen met het gevoelige karakter van dit ras om kan gaan. Je moet een beetje geduld hebben en kunnen rijden op een paard dat houdt van opschieten. Het zit er dik in dat er bij jou op de manege een paard staat met Engelse volbloed in zijn familie. Het zijn lieve paarden die goed kunnen galopperen. Engelse volbloeds staan bekend om hun moedige, bijna onverschrokken en actieve karakter. Ze zijn er in alle kleuren en aftekeningen. In het algemeen is de Engelse volbloed een sierlijk gebouwd paard met een krachtig en gespierd lichaam.  

  • 11 Exmoorpony: In grotten worden vaak tekeningen van Exmoor pony's teruggevonden. Dit betekent dat deze pony's al heel lang bestaan! Onderzoekers hebben fossielen gevonden van Exmoor pony's in Alaska. Toen de oceanen bevroren waren, kon de Exmoor zo naar Engeland lopen. Omdat hij heel dapper en sterk is, werd hij gebruikt als oorlogspony, jachtpony en landbouwpony. Exmoor pony's zijn door de eeuwen heen heel weinig veranderd. Ze zijn weinig gekruist met andere pony's en hebben daardoor zuiver bloed. In Engeland worden ze gebruikt als rijpony's voor kleine kinderen: ze zijn niet zo breed en dat is fijn als je zelf nog niet zo groot bent. Ook hebben ze veel aanleg voor springen en een groot uithoudingsvermogen. Door dit goede uithoudingsvermogen zijn ze erg geschikt voor trektochten. Buiten Engeland kom je niet veel Exmoor pony's tegen. De Exmoor pony is intelligent, vriendelijk en vlug. De Exmoor is een betrouwbare rijpony voor kinderen, als de pony althans van jongs af aan aan mensen gewend is. 
  • 12 Fjord: De Fjord is officieel een pony maar als je ziet hoe sterk hij is, begrijp je dat mensen het ook vaak over een Fjordenpaardje hebben. Hij komt uit Noorwegen en is genoemd naar de fjorden. Dat zijn inhammen in de kust. Het paardje werd gebruikt voor het slepen van boomstammen. Een halve eeuw geleden kwam hij in Nederland. Inmiddels zijn er aardig wat Fjorden in Nederland; op de meeste maneges loopt er wel een rond.



    Het Fjordenpaard verschilt weinig van het oorspronkelijke paard dat de Vikingen gebruikten voor paardenvechten. Eeuwenlang is het ras onvermengd in Noorwegen gefokt, voornamelijk als werk- en trekpaard. Daarnaast is het in Denemarken een populair en veelgebruikt paardje. Hoewel de stokmaat niet boven de 1.45m uitkomt, spreekt men altijd van een Fjordenpaard. Van oorsprong was de Fjord een Noors werkpaard voor boeren met kleine bedrijven. Tegenwoordig is het een veel gevraagd recreatiepaard. Fjordenpaarden worden onder andere veel gebruikt voor huifkartochten. Het is niet zo vreemd dat de Fjord zo populair is. Ze zijn lief en willen graag werken. Ook zijn ze ontzettend sterk en kunnen van alles. Een fijne buitenrit, voltigeren, een sprongetje maken of een stukje aangespannen rijden: met de Fjord is alles mogelijk! De Fjord kan soms wat eigenwijs zijn, maar het is een vriendelijk dier dat graag werkt. Het Fjordenpaard onderscheidt zich van andere rassen door de opvallende geelachtige kleur, deze heet isabel. Verder hebben ze een rechtopstaande manenkam en de zwarte aalstreep, die vanuit de maantop, via de manen over de rug tot aan de staart loopt. De gelijkenis met het Przewalskipaard is groot. Het hoofd is vrij fors en de ogen staan ver uiteen. De hals is kort en breed.

  • 13 Fries paard: De Fries is het enige echte Nederlandse paardenras. Het ras is een van de oudste van Europa. Het Friese paard werd waarschijnlijk al 3000 jaar geleden gebruikt. Er is een schilderij van de hengst Phryso gemaakt in 1582. Dat paard woonde in Italië en was van een edelman. In die tijd gaven mensen van adel elkaar paarden cadeau. Daardoor reisden er door heel Europa paarden.

De Fries was vroeger dus een rijpaard voor krijgsheren. Aan het begin van onze eeuw werden ze zwaarder gefokt. Dat gebeurde omdat boeren ze graag wilden gebruiken. Bijvoorbeeld om het land te ploegen of om lasten te trekken. Op zondag gingen ze voor de sjees, een tweewielig wagentje. In de 17e eeuw werd er Andalusisch bloed ingebracht, wat de Friese harddraver opleverde. Je kunt de Fries voor veel dingen gebruiken, als rijpaard maar ook voor de wagen. Alleen in springen zijn ze niet echt goed. De Fries heeft wel aanleg voor dressuur en hij wordt ook wel gebruikt als hogeschoolpaard. Ze hebben een rustig karakter en zijn erg lief. Het Friese paard wordt het best getypeerd als een makke, levendige maar gewillige werker. Het is een trouw en gevoelig paard. Ze zijn altijd gitzwart: aftekeningen of andere kleuren zijn verboden. Een klein kolletje wordt door de vingers gezien.  
  • 14 Haflinger: De Haflinger is genoemd naar het plaatsje Hafling in het zuiden van Tirol (Italië). Het ras is al ruim 130 jaar oud. Er werden in die tijd veel bergpaardjes gebruikt door de boeren in de Alpen. Een kruising van zo'n bergpaardje met een Arabier bracht een hengstveulen voort dat Folie werd genoemd. Folie is de stamvader van alle Haflingers op de wereld! De Haflinger is opgegroeid in de Alpenweiden en dat merk je. Hij is sterk en niet snel van streek. Ook zal hij niet zo vlug struikelen, zijn voorouders hebben namelijk jaren over de steile, rotsige bergpaden gewandeld. Het zijn paarden met een eigen karakter, zachtaardig maar wel eigenwijs. Niet alleen kinderen kunnen van dit ras genieten, ook veel volwassenen zijn dol op dit ras. De Haflinger is een intelligent, leergierig paardje met een vriendelijk karakter maar wel eigenwijs. Het ras is voskleurig met een blond staart en manen.
  • 15 Hannoveraan: De Hannoveraan is een warmbloedpaard uit Duitsland. Dit paardenras behoort tot de beste sportpaarden ter wereld. Paarden van dit ras worden gebruikt voor zowel springen als dressuur. Hannoveranen zijn grote en imposante paarden. De stokmaat van de Hannoveraan ligt meestal tussen de 1.60 meter en de 1.75 meter hoog. Ze hebben een niet heel erg edel hoofd, maar wel een erg sympathieke uitstraling. De hals is lang en gespierd, evenals de rug. De schouder is schuin. Het paard heeft veel massa en is lang en breed. Ze hebben een stevige botstructuur en krachtige benen met sterke droge gewrichten. Soms ietwat kleine voeten. De staart is hoog ingeplant en wordt hoog gedragen.De meest voorkomende kleuren zijn vos en bruin, maar zwart en schimmel komen ook voor. De Hannoveraan behoort tot de meest succesvolle dressuur- en springpaarden. Het is een zeer geschikt rij- en sportpaard dat eigenlijk in alle disciplines van de paardensport kan worden gebruikt. Het paard is stevig gebouwd en ook geschikt als koetspaard in de mensport.
  • 16 IJslander: De IJslander komt al eeuwenlang voor in IJsland. Het paardje werd daar gebruikt om mensen en lasten te vervoeren door het ruige IJslandse landschap. Een IJslander is dan ook heel sterk, ze kunnen een volwassen man van 80 kilo dragen als het moet. De IJslander heeft veel uithoudingsvermogen en houdt van een fijne buitenrit. Omdat ze speciale gangen hebben zoals de tölt en de telgang, worden daar ook wedstrijden voor georganiseerd. IJslanders leven het liefst buiten en zijn minder geschikt om dressuur mee te rijden. Het karakter van de IJslander is over het algemeen lief en onverstoorbaar. Wel hebben veel IJslanders nogal wat temperament. Een pony die je al sulletje in het weiland ziet staan, kan onder zijn berijder veranderen in een vuurspuwer.
  • 17 Lipizzaner: Het Lipizzanerras wordt al vierhonderd jaar gefokt en is daarmee een van de oudste cultuurrassen (zo noem je het als mensen het bedacht hebben) van Europa. Het begon allemaal op een landgoed in Triëst dat tegenwoordig in Italië ligt. Daar ging een bisschop paarden fokken door het zogenaamde Karsterpaard te kruisen met Spaanse paarden. Uiteindelijk werd dat de Lipizzaner! De Lipizzaner is een paard waar je alle kanten mee uit kan. Ze zijn erg goed in schooldressuur, waaronder de moeilijke schoolsprongen. Ze kunnen voor de koets en worden nooit moe als ze op buitenrit gaan. Ze zijn iets te bijzonder om gewoon in een manege te lopen. Weet je waar ze beroemd door zijn geworden? Door de Spaanse rijschool in Wenen waar ze ontzettend prachtige shows geven. Foto's van deze paarden zijn echt wat voor in je agenda! De Lipizzaner is een intelligent en leergierig paard, dat bovendien uitzonderlijk braaf is. Schimmel is de meest voorkomende kleur, maar de Joegoslavische Lipizzaner komt ook in zwart en bruin voor. 
     
  • 18 Mustang: De eerste Mustangs werden in de 16e eeuw door Spanjaarden naar Mexico gehaald. De voorouders van de Mustang zijn de Andalusiër en de Arabier. Sommige van deze paarden ontsnapten of werden gestolen door Indianen. De Indianen gebruikten de paarden als pakpaard, tijdens gevechten en tijdens de jacht op buffels. Er werd veel op Mustangs gejaagd, waardoor er maar weinig in het wild overbleven. Nu zijn ze gelukkig beschermd. Mustangs zijn hele taaie paardjes. Ze kunnen goed tegen de brandende zon in de zomer en tegen de ijzige kou in de winter. Door hun goede weerstand en hun harde benen worden ze vaak gebruikt bij het hoeden van het vee. Ze zijn erg oplettend en hebben een heel snel reactievermogen. Ook hebben ze een geweldig uithoudingsvermogen dus kunnen ze goed voor endurance worden gebruikt. Mustangs komen vooral in de Verenigde Staten voor. Mustangs zijn meestal erg wild en koppig en hierdoor niet geschikt voor jonge kinderen. Ze hebben een wild uiterlijk. Daar horen ook wildkleuren bij. Bruin, valk, bont en palomino komen veel voor, maar er zijn ook schimmels en zwarte. Ze hebben een aalstreep en andere wildtekeningen. Ze zien er sterk uit.
  • 19 New Forest: De New Forest komt uit een gebied met dezelfde naam in het zuiden van Engeland. Het is 18 miljoen vierkante meter groot! Er leven kuddes pony's in het wild. Ze eten vooral 'gorse', dat is een soort stekelbrem. Doordat ze oorspronkelijk uit dit ruige gebied komen, zijn de pony's sterk en gezond. Ze moesten natuurlijk goed voor zichzelf zorgen, dus zijn ze ook slim! De New Forest kan goed springen, dressuren, buitenrijden maar ook voor een wagentje gespannen worden. Het zijn daarnaast goede sportpony's die je voor alles kunt gebruiken. Inmiddels komen ze ook buiten Engeland overal voor. In ons land zijn heel wat fokkerijen. Dat is niet vreemd, wie wil er nou niet zo'n pony die zo veel dingen kan en ook nog goed kan knuffelen? De New Forest is eigenlijk beroemd geworden door hun lieve karakter. De pony is rustig, betrouwbaar en vriendelijk. Alle kleuren zijn toegestaan, behalve bont.
  • 20 Przewalskipaard: Het Przewalskipaard (Equus ferus przewalskii of Equus caballus przewalskii) is een wilde ondersoort van paarden. Het Przewalskipaard werd vroeger gezien als een van de drie 'stampaarden' waaruit de hedendaagse rassen zijn ontstaan. Tegenwoordig is uit onderzoek gebleken dat de huidige paardenrassen ontstaan zijn uit zeker 7 verschillende typen oerpaarden en dat de Przewalski daar niet toe behoort. De Przewalski is samen met de Exmoor de enige paardachtige die nog in zijn oervorm bestaat, en vormt daarmee de verbinding tussen de paarden van nu en de oerpaarden. Zijn naam dankt het paard aan zijn ontdekker, kolonel N.M. Przewalski. 

    In 1967 werd het laatste wilde paard in Mongolië gezien. Het Przewalskipaard werd sindsdien voornamelijk nog gehouden in dierentuinen. Ook in Nederland lopen deze oerpaarden rond.  Maar er is een uitzetprogramma opgericht om de paarden weer terug in het wild te krijgen waardoor deze wilde paarden opnieuw over de steppen van Mongolië trekken. Het Przewalskipaard heeft één erg groot verschil met de andere paardenrassen. Deze paardachtige heeft namelijk 66 chromosomen, terwijl alle andere rassen maar 64 chromosomen hebben. Ondanks dit genetische verschil is het wel mogelijk het Przewalskipaard te kruisen met andere paardenrassen. Het Przewalskipaard heeft veel primitieve kenmerken. Zo hebben de dieren een groot hoofd, een recht profiel, lange oren en een korte hals en benen. Ook heeft het dier een rechte rug en is zijn schoft niet zichtbaar. De kleur van het Przewalskipaard is wildkleur bruin en zijn benen hebben vaak zebrastrepen. Ook is het paard in bezit van een duidelijke aalstreep die doorloopt tot in de staart. De manen worden niet langer dan 20 cm en staan vaak rechtop, ook zijn ze vaak erg borstelig en ontbreekt er een maantop. De staart van het Przewalskipaard heeft aan de bovenkant korte haren, aan de onderkant zijn ze lang en grof. De schofthoogte van de Przewalski ligt tussen de 1,22 en 1,44 meter. In het wild is het Przewalskipaard agressief en onstuimig. Hengsten doen er alles aan om hun kudde te beschermen. Paarden die in gevangenschap leven zijn ook zeer moeilijk tam te maken. Ook hebben de paarden een groot uithoudingsvermogen en zijn ze erg snel. Ze kunnen een snelheid van 60 kilometer per uur halen.  In het wild is het Przewalskipaard agressief en onstuimig. Hengsten doen er alles aan om hun kudde te beschermen. Paarden die in gevangenschap leven zijn ook zeer moeilijk tam te maken. Ook hebben de paarden een groot uithoudingsvermogen en zijn ze erg snel. Ze kunnen een snelheid van 60 kilometer per uur halen.

  • 21 Quarter horse: De Quarter horse komt uit Amerika. Het werd gebruikt als werkpaard voor cowboys, om de grote kuddes vee te hoeden. De naam Quarter is ontstaan omdat dit paard veel gebruikt werd om te rennen over een afstand van een kwart (quarter) mijl. Dat het een echte sprinter is, kun je zien aan zijn dikbil uiterlijk. Stevige korte spieren die hem in korte tijd kunnen laten optrekken. Omdat het zo'n lief, intelligent paard is, is hij makkelijk te trainen. Ze komen over de hele wereld voor, ook in Nederland zijn er nogal wat. Vaak gebruikt men ze in de Westernsport, in allerlei onderdelen. Een Quarter kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld een tonnenrace maar ook voor reining of pleasure, de Westerndressuur. Natuurlijk kan je er goed een fijne buitenrit mee maken, of koeien hoeden! Quarte horses zijn over het algemeen intelligent, betrouwbaar en rustig in de omgang. Het paard komt in in alle effen kleuren voor. Ze zijn er ook in het bont, maar dan heet het een Paint!  
  • 22 Tinker: De Tinker is afkomstig uit Engeland. Eeuwen lang trokken de Roma, een zigeunervolk, met paard en wagen door Engeland. Daar hadden ze hardwerkende, intelligente paarden voor nodig. Ze fokten van alles door elkaar en zo ontstond de Tinker. Veel arme mensen uit Ierland, die ook een zwervend bestaan leidden en daarom Tinker genoemd werden (dat betekent 'reiziger') kwamen naar Engeland. Ze kochten er de paarden van de Roma die ze meenemen naar Ierland. Pas aantallen jaren geleden werd de Tinker ook opgemerkt in andere landen. Nu zijn er ook heel wat mensen in Nederland die ervan genieten. Je kunt er een fijne buitenrit mee maken, ze voor een wagentje zetten of er een vrijheidsdressuur mee doen. Dit grote paard is een echte lieverd! Ze houden van knuffelen en doen heel veel voor je. Maar ze willen wel goed behandeld worden, elk paard weet hoe hij moet bokken! Ze zijn prachtig om te zien, gespierd, een grote bos manen en lekkere warme sokken. Ze zijn altijd bont (een enkele uitzondering). Je hebt zwartbont, bruinbont of een mix daarvan, dat heet tricolor. Palominobont of buckskinbont zijn zeldzaam maar komen voor!
  • 23 Welsh pony: De Welsh komt uit Wales, dat ligt in Engeland. Het zijn hele fijne pony's omdat ze zo veel kunnen en omdat ze er zo mooi uitzien. Dit ras is onderverdeeld in kleine en grote maten. De kleinste maat is de Welsh A, ook wel Welsh Mountain genoemd. Verder heb je nog een Welsh B, de stokmaat gaat tot 1,37. Tenslotte zijn er de Cob types, sectie C en D. Dat zijn de wat stevigere pony's. In Engeland worden deze ook door volwassenen gebruikt. Dat kan makkelijk, ze zijn sterk genoeg. Dus, belangrijk, je vader of moeder kan er ook op! De Welsh is een pony die je tegenkomt in de wedstrijdsport, zowel in de dressuur, het springen als aangespannen rijden. Het zijn pony's met een temperamentje en daar moet je even rekening mee houden. De Welsh is intelligent, leergierig en heeft een groot uithoudingsvermogen. Ze hebben wel een pittig temperament, dus houd je aandacht erbij! De pony is er in de kleuren schimmel, bruin en vos. Bonte pony's worden niet erkend.




Weetjes

-Wij mensen slapen gemiddeld 8 uur per nacht. We brengen dus bijna één derde van ons leven in bed door. Paarden slapen een stuk minder dan wij en om te slapen hebben ze ook geen bed nodig. Paarden slapen rechtop en.. minder dan drie uur per dag! En die drie uutjes slaap verdeelt een paard ook nog eens over de hele dag. Ze doen telkens een klein dutje van ongeveer drie minuten!

-Het grootste paard ter wereld weegt maar liefst 1300 kilo en is iets hoger dan 2 meter! Het kleinste paard ter wereld is een stuk kleiner: het is maar 44,5 cm hoog.

- 's Morgens drinken veel mensen melk. Koeiemelk is gezond, maar volgens hippomologen (dat zijn paardenmelkers) is paardenmelk niet alleen veel lekkerder maar ook veel gezonder. Paardenmelk lijkt meer op mensenmelk en is goed voor mensen die allergisch zijn aan koeienmelk

-Een paardenstal moet elke dag uitgemest worden. Wist je dat paardenpoep soms hergebruikt wordt? Rozen zijn dol op een dikke laag paardenmest. Daarvan worden ze nog mooier. Maar ook champignons groeien erg graag op paardenpoep. De kans dat de champignons op jouw bord ook op paardenpoep gekweekt zijn, is erg groot!

Naar de manege!

De meeste paardenliefhebbers rijden ook te paard. Hier wat informatie over het paardrijden enzovoort.

De manege

Niet alle maneges zien er hetzelfde uit natuurlijk, maar een doorsnee manege bevat zeker deze dingen:

- De stallen: Hier zul je merken of de paarden goed verzorgd worden. Het mag er zeker niet vol mest liggen, maar wel een droog en goed ligbed van stro of houtkrullen zodat het paard ook lekker kan liggen. Er is zeker een drinkbak aanwezig en genoeg hooi voor het paard om te eten. Een goede stal heeft genoeg frisse lucht en ruimte voor het paard. De ruimte is minstens 3m bij 3m en heeft een halve staldeur van minstens één meter breed. Veel paarden vinden het leuk om met hun hoofd steeds uit de staldeur te kijken. Paarden zijn sociale dieren en dus is het belangrijk dat de stallen bij elkaar staan zodat ze elkaar kunnen zien.

- De zadelkamer: Elk paard heeft zijn eigen zadel, hoofdstel en stijgbeugels. Dat vind je allemaal hier terug. Net zoals de poetsbak met poetsgerei. De zadelkamer is altijd piekfijn in orde en als je een manege bezoekt, kijk dan hier of het harnachement goed verzorgd is.

- De buitenbaan of buitenpiste: Staat buiten! Hier train je wanneer het goed weer is of als de binnenbaan al bezet is.

- De binnenbaan of binnenpiste: Is altijd overdekt en wordt dus gebruikt bij slecht weer. Maar rijlessen voor beginners gebeuren altijd hier. De binnenpiste lijkt wat op een zandbak, de vloer is dan ook bedekt met zand.

- De liksteen: Vind je normaal in elke stal. Wanneer je paard hieraan likt, krijgt hij voldoende mineralen en zouten binnen. Maar opgelet: niet elk paard is er dol op!

- De weide: Hier kunnen de paarden vrij rondlopen en ontspannen. Dit is hun plek en hier wordt niet getraind. Wanneer je een eigen weide hebt, zorg dan altijd voor leuk gezelschap voor je paard. Een ander paard of bv. een schaap. Paarden worden heel ongelukkig als ze alleen zijn.

- De longeerweide: Longeren is een paard trainen zonder dat er iemand op zit. Zo houd je paarden in conditie of maak je ze zadelmak. Dat gebeurt met de longe, een lang touw, en de longeerzweep. Het is wel belangrijk dat de rondjes die ze moeten lopen niet te klein zijn, anders kan het belastend worden voor je paard en dat is niet de bedoeling van longeren. 

- De kantine: Die kan natuurlijk niet ontbreken, het is de beste plaats om met je paardenvrienden af te spreken en lekker bij te kletsen over je rijkunsten.

Wat moet je nog weten voor je in zee gaat met een manege?

In de meeste maneges krijgt iedereen de eerste keer een gratis proefles, zo weet je meteen of het klikt met de manege, de instructeurs en de paarden. Als je een manege bezoekt, vraag dan zeker of dat mogelijk is en laat je niet meteen een jaarkaart aansmeren.

Niet elke manege is hetzelfde en geeft de lessen waar jij naar op zoek bent. Wil je westernrijden of dressuur? Of droom je om aan voltige te doen of wil je liever leren mennen? Beslis voor jezelf wat je wilt doen en ga dan op zoek naar de gepaste manege.

Voltige: Je paard rijdt voltes terwijl jij allerlei turnoefeningen op zijn rug doet.

Mennen: Rijden met paard en wagen. Jij bestuurt met je teugels het paard vanaf de wagen.

Wil je zeker zijn van een goede manege, dan zoek je er het liefst een die aangesloten is in Vlaanderen bij de VLP (Vlaamse Liga Paardensport) en in Nederland bij de FNRS (Federatie van Nederlandse Ruitersportcentra). Zo weet je ook dat de instructeurs de juiste diploma's hebben.

De outfit van een amazone

Als je gaat paardrijden dan is het belangrijk dat je de juiste kleren draagt. Ren nu niet meteen naar de winkel, maar snuffel eens in je kleerkast, misschien ligt er ergens nog wel een leuke legging of jogging. Als amazone is het belangrijk dat je zelfverzekerd op je paard zit en een leuke en comfortabele outfit kan je daar alleen maar bij helpen. Het enige dat je moet kopen is een cap of tok, want die dient voor je veiligheid.

Wanneer zit je cap goed?                                                                                                                                                                             Als hij je slapen, voorhoofd en achterkant bedekt. Achteraan moet je nog met twee vingers tussen je cap kunnen. Hij mag niet afvallen wanneer je naar voren buigt en ook niet wanneer je kinbevestiging loskomt. Dus zet je cap even op en doe de test! En wat met je haren? Zoals je zult merken is een hoge paardenstaart nogal lastig onder de cap, zelfs losse haren zullen je bij het rijden in de weg zitten, tenzij je korte haren hebt natuurlijk. Daarom: zet je haren vast in een lage staart of vlechten zodat je cap stevig op je hooft blijft zitten.                                                                                           

Slippers, sneakers of stiletto's?                                                                                                                                                           Om paard te rijden draag je het best rijlaarzen of stevige schoenen met een gladde zool en hak, zo kun je niet blijven vasthangen in je stijgbeugel. Dus laat al die andere schoenen maar in de kast staan.

Mag een rokje ook?                                                                                                                                                                                  Euh... hou je dat niet beter voor een ritje met de fiets?! Om paard te rijden draag je het best een rijbroek of een comfortabele broek (jogging of legging), maar absoluut geen rokje of jeans! Die laatste zijn helemaal niet soepel en kunnen door de dikke naden beginnen te schuren tegen je benen.


                                                                                                                                                                                   

 De outfit van je paard

Rekken en strekken

Opstijgen&afstijgen

De rijbaan

 Rijbaan paardrijden

De rijbaan bestaat uit twee korte zijdes en  twee lange zijdes. de afmetingen zijn 20x40 of 20x60. Aan de zijkant van de bak  staan allerlei letters, die we gebruiken bij het rijden van de hoefslag figuren.  De volgorde van de letters kunnen we gemakkelijk onthouden met het volgende  ezelsbruggetje:

·  Alle Friese Boeren Met  Centen Hebben Een Koe Door X Gemolken.

De letter X is het middelpunt van de rijbaan.
De kant van het paard die naar het midden van de rijbaan is gericht, noemen we  de binnenzijde. De andere kant is dan de buitenzijde. Zo heb je ook een  binnenbeen, binnen teugel etc.

Wanneer de linker hand aan de binnenkant van de  rijbaan is dan rijd je op de linker hand en omgekeerd.
Wanneer je bijvoorbeeld op de linkerhand rijd en je wilt op de rechterhand gaan  rijden dan kan je dit doen door bepaalde hoefslag figuren. Bijvoorbeeld de  diagonaal (die verder nog uitgelegd worden). Dit noemt men van hand veranderen.

-De hoefslag

De hoefslag is het pad langs de wanden van de  rijbaan. Op ongeveer anderhalve meter van de wand ligt nog een tweede hoefslag.  De zogenaamde binnenhoefslag.
Hoefslag rijden

-De volte

De volte is een cirkel, met een doorsnede van zes  meter. Als we een volte rijden moeten we goed op onze hulpen letten, om te  zorgen dat het een mooie cirkel wordt. Na eenmaal  een volte of een volte halve baan te hebben gereden, volgen we de hoefslag weer  op het punt waar we de volte begonnen zijn.
De volte rijden

-De grote volte

De grote volte is een cirkel met een  middellijn van 20 meter. De cirkel raakt dus de hoefslag aan beide zijde van de manege. We kunnen de grote volte  dus alleen maar rijden beginnende bij A of C of B of E.  
De grote volte rijden

-Grote acht

We blijven normaal op de hoefslag tot we bij A of  C komen. Daar beginnen we aan een grote volte. Als we de helft gereden hebben,  we zijn dan op X aangekomen beginnen we aan een grote volte aan de andere zijde  van X, die we helemaal doorrijden tot we weer in X zijn aangekomen. Bij X maken  we de eerste volte af door de andere helft in te rijden. We zijn dan weer bij  ons uitgangspunt terug en we volgen de hoefslag. 
Grote acht rijden

-Gebroken lijn, eenmaal gebroken

Bij de door de instructeur of instructrice  genoemde letter wenden we af in de richting van X. Net of we van hand gaan  veranderen. Wanneer we echter bij X zijn aangekomen, rijden we weer terug naar  de hoefslag waar we vandaan kwamen, zodat we voor de letter op het einde van die  lange zijde weer op de hoefslag zijn aangekomen. Bij X kijken we dus altijd even  naar de korte zijde waar de letter C of A staat.
De gebroken lijn rijden

-Op de diagonaal van hand veranderen

We rijden bv. op de rechterhand. Om nu op de  linkerhand te komen gaan we van hand veranderen. Eén meter voorbij de letter K  gaan we van de hoefslag af en rijden in de richting X en we komen na X één meter  voor de letter M weer op de hoefslag. Als we op de linkerhand van hand  veranderen, doen we dat op dezelfde manier, maar dan van H naar F of van F naar  H.
Op de diagonaal van hand veranderen

-Door een S van hand veranderen

Bij B beginnen we aan een volte halve baan. Als  we die voor de helft hebben gereden zijn we aangekomen bij X. Daar beginnen we  opnieuw aan een volte halve baan, maar dan rijden we naar links in plaats van  naar rechts. We rijden ook die maar half. We komen nu uit bij E. We rijden dan  op de linkerhand, terwijl we op de rechterhand zijn begonnen.                                                          
Door een s van hand veranderen

Paardengangen

Hindernissen nemen



Lichaamsdelen

Weblinks

Hier vind je heel wat paardenrassen met de nodige informatie:  https://www.allesoverpaarden.be/paardenrassen.htm

Voor de echte paardenliefhebbers, vakanantiedorp met meer dan 300 shetlandpony's:   https://www.ponyparkcity.nl/

Een echte aanrader voor de echte paardengekken: https://www.penny.nl/